studies in bijbelboeken
De Psalmen

Ik zal uw naam bezingen

PSALM 45 In Openbaring 19:7-9 wordt de bruiloft van het Lam aangekondigd als het grote sluitstuk van Gods plan met de mensheid. Een bruiloft die 1000 jaar zal duren 1). Opmerkelijk echter is, dat er in de Openbaring zo weinig over die bruiloft gezegd wordt! Toch verwondert ons dat niet, omdat dat één van de dingen is die in het Oude Testament al uitvoerig belicht zijn. Heel bijzonder is in dit verband wel Psalm 45 - een lied voor de bruiloft van de koning! Staat bij onze bruiloften meestal de bruid in het middelpunt, hier staat de Bruidegom centraal, in het bijzonder in de verzen 1 t/m 10: * Zijn lippen zijn met liefelijkheid overgoten. Hij spreekt woorden van genade 2) * Maar juist dat Woord is als een machtig zwaard, dat overwinning brengt. Zo wordt ons de koning getoond als een machtig held, wiens werken niet te stuiten zijn! * Wie Hem en het Woord van zijn genade verwerpen, krijgen met een overwinnend en onderwerpend Heerser te maken. Wat een duidelijke aankondiging van Harmageddon, als Hij om zijn bruid te bevrijden, de tegen Hem verzamelde volken onder zijn voeten vertreedt 3). * Deze Koning is God, de Heer 4), de Zoon des Mensen 5) in wie de belofte aan David 6) volledig in vervulling gaat! * Tijdens de bruiloft is het beeld compleet. De Koning wordt gezien met zijn metgezellen, zijn deelgenoten 7), met wie Hij zich vereenzelvigt en die Hij zijn broeders noemt 8); de gemeente. En aan zijn zijde staat, omringd door koningsdochters, zijn gemalin, de bruid! In de verzen 11-18 zien we de bruid met hen die haar omringen. De profeten hebben van oudsher de relatie tussen de Heer en zijn volk Israël vergeleken met die van bruidegom en bruid: 'Ik weet nog hoe je me liefhad in je jeugd, van me hield als mijn bruid, hoe je me volgde door de woestijn ... Israël is aan de Heer gewijd...' 9) 'Ik zal u mij tot bruid werven voor eeuwig...' 10) Deze bruid heeft in zichzelf voor mensen niets aantrekkelijks 11). Maar God ziet in haar het werk van zijn handen. En wanneer we in Psalm 45:15a de bruid in haar schoonheid zien, moeten we bedenken dat haar schoonheid eigenlijk de schoonheid is van haar bruidegom, die haar bekleed en versierd heeft 12). Vandaag de dag moet ons hart huilen, als we beseffen dat het volk dat de Heer tot zijn bruid wil maken, zijn schoonheid niet begeert. Zij wil Hem niet kennen! Daarom behoren wij haar in deze tijd toe te roepen: 'vergeet uw volk en het huis van uw vader' en 'buig u voor uw koning neer' 13). 'Vergeet...' - zoals Paulus alles wat hem winst was, wat hem als versiering voor kon komen om hem aangenaam voor God te maken, voor vuilnis hield 14). 'Buig u...' - zoals wij allen onze knieën mochten buigen en zullen buigen voor Hem die ons liefheeft 15 16). De tijd komt dat deze bruid met de heerlijkheid van haar bruidegom bekleed zal zijn. Dan zal ze ook niet meer alleen zijn. Vele jonkvrouwen, rijk beladen met geschenken, zullen in haar gevolg zijn. Deze jonkvrouwen, de wijze meisjes uit de gelijkenis van Matteüs 25:1-13 (zie hoofdstuk 5), beelden volkeren uit 17 18 19 20). In de tijd, voorafgaand aan de bruiloft, heeft de bruid, verlangend naar haar man, voortdurend over Hem gesproken 21 22). Door dit getuigenis komen mensenmassa's, hele volken, tot geloof in de Heer 23 24). In het vrederijk, de bruiloft, nemen zij hun plaats rond bruidegom en bruid in en overladen hen met geschenken. '... volkeren zullen derwaarts heenstromen en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs... ' 25). '...volken... zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de Here der heerscharen...' 26) '.., gij zult het vermogen der volkeren genieten...' 27). Psalm 45 is Gods antwoord op het onvervulde verlangen naar God, de enige die het bestaan op aarde zin kan geven. Het verlangen, dat zo sterk sprak in de psalmen 42 en 43. Het is ook Gods antwoord op het gebed vanuit de verdrukking tot Hem opgezonden vanuit Psalm 44. Wat een vooruitzicht geeft de Heer aan zijn volk in de verdrukking. Wat een voorrecht dat ook wij dit uitzicht hebben! Het is geen wonder dat de psalm begint met: 'Mijn hart trilt van blijde woorden'. Wat een vreugde is het dat je in alle mogelijke omstandigheden mag weten, dat straks alles op aarde harmonieus zal zijn. Want dan zal Hij, de schoonste onder tienduizenden, in het middelpunt van alles en allen staan... Omdat we haast niet meer op dat moment kunnen wachten, zal ons gebed tot de Heer opstijgen: Kom, Heer Jezus 28)! Maar ook willen en kunnen we dan niet anders dan de naam van de Heer te allen tijde en aan iedereen bekend maken 29 30)!



naar boven